Geschiedenis
De Prehistorie
Tot 1848 was er van een fakulteit wetenschappen aan onze unief geen sprake. Wel bestond er de zogenaamde "Artesfakulteit", die je zou kunnen vergelijken met de huidige fakulteiten Letteren & Wijsbegeerte en Wetenschappen samen. Deze Artesfakulteit was echter maar een "lagere" fakulteit die slechts een voorbereiding was op de "hogere" fakulteiten: Theologie, Rechten en Geneeskunde. Doktoraten in de wetenschappen waren dan ook zo goed als onbestaande.
De revoluties van 1848 in o.a. Frankrijk en Duitsland brachten ook de Leuvense studenten in beweging; doch, het enige rechtstreekse gevolg was dat het Latijn, dat reeds sinds de Belgische revolutie van 1830 terrein had moeten prijsgeven, nagenoeg volledig de baan moest ruimen voor het Frans.
Op 1 maart 1871 besliste de akademische overheid, onder druk van prof. Louis Henry, dat er voortaan doktoraten konden behaald worden in zes afzonderlijke wetenschappelijke richtingen, met name: Wiskunde, Natuurkunde, Scheikunde, Geologie, Mineralogie, Botanika en Zoölogie. In dat jaar ontstond ook de richting Sciences Mathématiques et Naturelles" in de kandidaturen. Volgende vakken werden gedoceerd:
- 1ste kan:
- Fysica
- Hogere Algebra en Analytische Meetkunde
- Anorganische Scheikunde
- Psychologie
- Godsdienst
- 2de kan:
- Differentiaal- en Integraalrekenen
- Statistiek
- Mineralogie
- Beschrijvende Meetkunde
Vanzelfsprekend gebeurde alles in het Frans.
Rond de eeuwwisseling doken in de afdeling Wiskunde een aantal vermaarde professoren op. De beroemdste was Charles Jean de la Vallée Poussin, de eerste voorzitter van de Internationale Unie van Wiskundigen, die de wiskunde doordacht en doceerde "als een groot artiest" en werd begroet als "de evenknie van de grootste wiskundigen" (P. Brien). Zijn "Cours d'analyse infinitésimale" (1903-1906) werd meer dan tien keer uitgegeven en werd gedurende een halve eeuw beschouwd als het beste boek over de funkties van reële veranderlijken; zijn onderzoek over getaltheorie leidde tot uiterst belangrijke resultaten. Zijn leerling G. Verriest, die zijn studies in Götttingen en Parijs had voltooid, was een glashelder docent. Hij heeft de Belgische wiskundige wereld in contact gebracht met bepaalde vernieuwende theoriën in de algebra en de niet-euclidische meetkunde die toen nog weinig bekend waren. Dan was er nog Mgr. G. Lemaître, een pover docent maar een geniaal geleerde. Hij werkte aan het eind van zijn leven vooral aan problemen van de numerieke analyse. Het belangrijkste gedeelte van zijn werk betrof echter het grensgebied tussen de wiskunde en de fysika.
De afdeling Fysika had lange tijd te lijden onder het gebrek aan een onderzoekslaboratorium. Het werd tenslotte op eigen kosten ingericht door graaf Alexandre de Hemptinne, een oud-student van Gent, die zijn opleiding in Engeland, Nederland en Duitsland had voltooid; hij was professor in Leuven vanaf 1902.
In het akademiejaar 1901-1902 richtte Gustaphe Verriest de "Cercle Mathématique des étudiants de l'université catholique de Louvain" op. Deze vereniging zou je kunnen beschouwen als de (zeer) verre voorvader van Wina, al hielden de studenten die erbij aangesloten waren zich uitsluitend bezig met studiewerk in de wiskunde. Van studentikoze aktiviteiten was er dan ook geen sprake.
In het daarop volgende akademiejaar ging de kring pas echt van start. Het bestuur bestond uit een president (M.G. De Fooz), een vice-president (G. Verriest), een secretaris, een schatbewaarder-bibliothekaris en een assistent-bibliothekaris. Dat de professoren tevreden waren over dit opzet blijkt uit het feit dat ze vrijwel allen aangesloten waren en prof. E. Pasquier erevoorzitter was.
Daarnaast stichtte Frans Van Cauwelaert in 1903 "Taal en kennis: een studentenvereniging voor Nederlandse Wetenschap". Deze vereniging had vrijwel uitsluitend tot doel de Vlaamse studenten korrekte wetenschappelijke termen te leren gebruiken en aldus een eigen Vlaams wetenschappelijk leven te organiseren en de kennis binnen het bereik van het Vlaamse volk te brengen. De vereniging kende erg veel bijval: ze splitste zich al spoedig op in 4 afdelingen. De laatste (1907) was die der Algemene Wetenschappen, welke de studenten groepeerde die nu in de fakulteit Wetenschappen zouden zitten. De aktiviteiten van deze afdelingen beperkten zich evenwel tot het inrichten van wetenschappelijke lezingen.
De oorlog van '14-'18 kwam echter roet in het eten strooien en na 1918 is de situatie erg onduidelijk. Aangaande "Taal en kennis" is er na de oorlog niets meer terug te vinden en in de "Cercle Mathématique" beginnen de Vlamingen eigen lezingen te organiseren en een eigen werking op te bouwen.
Wiskundige Kring
In 1936 bestendigde Gustaphe Verriest, intussen prof geworden, deze toestand door het stichten van de "Wiskundige Kring", de rechtstreekse voorloper van Wina. Dit ging gepaard met sterk protest van de franstalige studenten en professoren, die Verriest voor separator uitscholden en boze brieven naar de rektor stuurden waarin zij hun verontwaardiging uitdrukten over de "revolutionaire aktiviteiten van Verriest die de verloedering van de universiteit in de hand werkten en misschien zelfs zouden kunnen leiden tot de totale teloorgang van de Alma Mater".
Het was immers de periode dat de universiteiten van Gent en Leuven vervlaamst werden, een proces waarbij Gustaphe Verriest een zeer aktieve rol gespeeld heeft.
De eerste praeses van de Wiskundige Kring was een student van 2de lic. natuurkunde(!), Paul Mariëns, die in de jaren '70 dekaan werd.
Weer kwam er een oorlog tussen en weer is er een duistere periode in de Wina-geschiedenis. Wel bestond nog steeds de door G. Verriest opgerichte Wiskundige Kring en is er ook een Natuurkundige Kring gesticht. Naast deze twee kringen, die zich nog steeds beperkten tot het organiseren van lezingen, bestond er ook een vereniging met de naam KALIDOWINA (KAndidaturen, LIcenties en DOktoraten WIs- en NAtuurkunde), die zich eerder bezig hielden met de minder wetenschappelijke interesses van de studenten. Deze vereniging verdween echter even mistig als ze opgedoken was.
De Dubbelganger
In de tweede helft van de jaren '50 wordt de situatie er niet duidelijker op; integendeel zelfs, want in die periode bestaat er naast de aloude Wiskundige Kring, die nog steeds een louter wetenschappelijk doel heeft, maar nauwelijks of totaal geen voeling meer houdt met de studenten, een fakulteitskring, eveneens Wiskundige Kring genaamd. Deze fakulteitskring werd in 1954 opgericht door studenten uit de 2de kandidatuur en stond (vermoedelijk) de eerste 3 jaar onder leiding van een zekere Geens.
Feit is zeker dat in '57-'58 Jos Wellens praeses was en... Hugo Van de Vel vice-praeses. Jos Wellens werd als praeses opgevolgd door Simon Verboven in '58-'59. In het akademiejaar '59-'60 is Norbert Delagrange praeses en... Herman Roelants, intussen overgelopen naar de filosofie, is dat jaar praeses van 2de lic. Een jaar later vinden we als praeses van de Wiskundige Kring Godfried Warreyn terug. Het moet zijn dat in die tijd de lessen niet erg omvangrijk waren, want men doet een heel jaar niets anders dan reizen en nog eens reizen: eind oktober zijn er reizen voorzien voor alle jaren afzonderlijk; 11 november: opera van Aken; 1 december: Gevaert; 18 december: Cockerill; begin januari: centrum voor geofysica in Dourbes; half januari: Berlijn; half februari: Keulen; en in mei: koolmijn van Waterschei. Daarnaast had men ook nog de tijd om ontspanningsaktiviteiten op het getouw te zetten: een T.D., doop, sinterklaasfeest en kerstfeest.
De sfeer was toen echter heel anders dan nu. Tekenend voor die periode is bijvoorbeeld een brief van 13 december 1961 van de vice-rektor aan de praesides van de verschillende kringen, waaronder de toenmalige praeses van de Wiskundige Kring, Jan Dewitte, waarin hij de studenten en studentinnen toestemming geeft om naar het Kerstfeest van hun kring te gaan als... ze om 24u terug op hun kot waren. Dit was trouwens een uitzonderlijke toegeving, want een stadsverordening bepaalde dat T.D.'s moesten sluiten om 23u30; in welke mate de studenten zich hieraan hielden, is er niet bij vermeld... Deze T.D.'s werden steeds in zaal Corso gegeven, uitsluitend op dinsdagavond; in het begin van het jaar werd op het Fakulteitenkonvent een schema opgemaakt zodat elke kring éénmaal aan de beurt kwam. Het was ook de tijd van de kasteschool voor kinderen van franstalige proffen, van de fak- en jaarmissen. Eveneens opvallend is de samenstelling van het praesidium: praeses, vice- praeses, jaarafgevaardigden, schatbewaarder, sekretaresse, sportverantwoordelijke, sociaal verantwoordelijke, verantwoordelijke voor de liturgie, proost, prokantor, zedenmeester en een bibliothekaris.
De natuurkunde-studenten beschikten niet over een eigen kringwerking, maar hadden dusdanig veel lessen met de wiskundigen gemeen dat dit ook niet noodzakelijk was. Men mag daarbij niet vergeten dat het totaal aantal wis- en natuurkunde-studenten niet eens de honderd haalde. Bovendien accepteerden de weinige natuurkundigen gemakkelijk dat ook hun rechten door de wiskundigen werden verdedigd. Maar voor het Fakulteitenkonvent, destijds de overkoepelende organisatie van de Leuvense kringen, was dit een weinig klare zaak en de natuurkundigen waren er niet rechtstreeks in vertegenwoordigd.
De praesides van de laatste bestaansjaren van de Wiskundige "fakulteits"-kring zagen dit in en verschillende pogingen werden ondernomen om de situatie te normaliseren. Zo zien we dat in 1961 de kandidaturen als jaarkringen de naam aannamen "KAWina 1 en 2", even later gevolgd door de licenties "LIWina 1 en 2". Dit was een serieuze aanloop, maar tot een werkelijke omvorming kwam het niet en dit eigenlijk meer omdat de studenten zelf niet precies de noodzaak ervan inzagen. In die tijd stond de algemene "studentenpolitiek" nog maar in zijn kinderschoenen en slechts een zeer beperkt aantal studenten had er daadwerkelijk interesse voor. Alles werd nog steeds voornamelijk gecentreerd op een informatie-overdracht om zo de bewustwording van de Vlaamse studenten te aktiveren; de studenten in de wiskunde en de natuurkunde waren zeker de voortrekkers niet. Het is dan ook in dat kader van bewustwording van de studenten-populatie dat men de interesse van de natuurkundigen voor een (eigen) kringwerking en vertegenwoordiging moet bekijken. Het is dus eerder de algemene tijdgeest uit die periode dan één of ander feit dat hen er toe aangezet heeft om via één of andere kring zichzelf te verdedigen en te profileren.
Wina : de eerste stappen
Gedurende het akademiejaar '62-'63, toen niemand minder dan Jozef Teugels als praeses van de Wiskundige Kring fungeerde, Lieven Vanhecke bibliothekaris was en Alfred Warrinnier praeses van de 2de licentie, kwamen de natuurkundigen voorzichtig aanzetten met het idee een eigen kring uit de grond te stampen, of eventueel samen met de wiskundigen een nieuwe kring op te richten, ter vervanging van de Wiskundige Kring. De natuurkundigen vreesden echter dat prof. Van Itterbeek, die voorzitter was van de Natuurkundige Kring, zich tegen dit initiatief zou verzetten. Uiteindelijk bleek Van Itterbeek niet het minste bezwaar te hebben tegen een gemeenschappelijke kring met de wiskundigen.
Hoe de nieuwe kring moest noemen was niet meteen duidelijk. Voor het eerst (en tot 2004 voor het laatst) in de geschiedenis waren er immers meer natuurkunde- dan wiskunde-studenten en enkele natuurkundigen meenden dan ook dat de kring NAWI moest gedoopt worden. Finaal werd echter zonder veel tegenwind voor Wina gekozen. De aanvaarding door het fakulteitenkonvent verliep echter niet zo vlot als verhoopt. Het duurde een hele poos voor de statuten van de nieuwe kring op papier gezet waren en door het fakulteitenkonvent erkend werden.
Het jaar daarop, met Jan Adé als praeses, werd pas echt deftig werk gemaakt van de vorming van de nieuwe kring. Op 13 februari 1964 werd het stichtingsakkoord opgesteld en ondertekend. Dit betekende echter nog niet dat Wina zomaar aanvaard werd door de andere kringen die in het fakulteitenkonvent zetelden. Door zijn oprichting werd Wina plots de op drie na grootste kring van Leuven, wat hen meteen het recht gaf om in de hoogste organen van de studentenbeweging een vertegenwoordiger te hebben. Dit was bijvoorbeeld zeer tegen de zin van de germanisten, die door Wina werden gepasseerd en hun invloedrijke vierde plaats moesten afstaan aan de nieuwe kring. Dit leverde een aantal vinnige woordenwisselingen en een woelige vergadering op. Maar op 25 februari 1964 was het dan eindelijk zover: Wina werd als fakulteitskring geboren en als zodanig officieel opgenomen in het Fakulteitenkonvent, waar het de Wiskundige Kring verving. Jan Adé, die zijn ontslag had ingediend als praeses van de Wiskundige Kring werd logischer wijze de eerste praeses van Wina. En onder zijn leiding zette Wina zich meteen mee aan kop in de stilaan ontluikende studentenonrust. Er waren niet enkel de Walen die men buiten wou, er was ook de spreiding van de kandidaturen, met Kortrijk, Antwerpen en Diepenbeek, die de studenten dwars zat. Uit protest tegen deze spreiding is men dan de eerste steen gaan leggen van de universiteit van Zoetenaaie, een minuscuul dorpje in West-Vlaanderen, dat de gemeente met het minste aantal inwoners in heel België was. Die eerste steen werd effektief gelegd door Frans Verleyen, alom bekend, en... Jan Adé, praeses van Wina.
De eerste voltijdse en verkozen praeses was Mark Lemaître in '64-'65, een natuurkundige, die later ook monitor natuurkunde werd. Er werd meer aandacht besteed aan de interne organisatie en de kontakten met de jaarkringen. Een andere verwezenlijking is de installatie van een kontaktkommissie voor de kandidaturen, om meer initiatieven van de studenten te hebben. Ook verkrijgt men enkele zetels in de fakulteitsraad. Men richtte toen ook een Kerstfeest in met een optreden van I Fiamminghi, evenals een kontaktavond voor studenten en professoren.
Een jaar later, in '65-'66 dus, zag het kringblaadje KALIDOWINAATJE het levenslicht; geestelijke vader was Bob Carron, tevens praeses in dat jaar. Het werd bij Acco gedrukt en was rijkelijk voorzien van reklame. De universiteit stelde een huis ter beschikking (Groot Begijnhof 30), dat op 5 februari 1966 "officieel" ingehuldigd werd en waarin de werking gecentraliseerd werd. Ondertussen was er ook nog een bar in gebruik genomen in de Van Evenstraat 14, die de naam "'t New Tonneke" mee kreeg en waar de elektriciteitsleiding gelegd werd onder supervisie van... Raf Dekeyser! (Of er ooit een kortsluiting of brand is geweest, is niet bekend.)
Paul Cami maakte in '66-'67 van Wina een vzw met rechtspersoonlijkheid. Naast de fakmissen, reizen, lezingen, T.D.'s, doop en het kerstfeest begon nu ook de sociale problematiek naar voor te komen. Het studentenprotest groeide nu naar een klimax en de studentikoze akties van weleer werden meer en meer vervangen door gewelddadige betogingen en stakingen met fikse verbale en fysieke rellen. Wina stond mee op de barrikaden, maar toch vergat het ook het eigen kulturele verleden niet: in december '66 organiseerde Wina een zeer geslaagde Gustaphe Verriest-herdenking naar aanleiding van de vijftiende verjaardag van zijn overlijden.
Het akademiejaar '67-'68 verloopt niet zonder de nodige moeilijkheden: in de beheerraad wordt al snel geruzied tussen het praesidium, met als praeses Noël Seyenaeve, enerzijds en de oud- studenten, verenigd onder de naam V.N.W.L. (Vereniging van Wis- en Natuurkundigen Lovaniënses), anderzijds. De oud-studenten, onder leiding van Jan Adé en Paul Cami, verweten het praesidium o.a. dat de oud-studenten op een zijspoor werden gezet en te weinig bij de kringwerking betrokken werden. Waarop het praesidium reageerde dat de oudstudenten zelf geen enkel initiatief namen dat de werking zou kunnen bevorderen.
In januari-februari '68 doet Wina mee aan stakingsakties voor Leuven-Vlaams. Wina weigert echter mee te doen aan de politiek-sociale akties die Leuven in die periode overwoekeren. Zo weigert Wina ondermeer deel te nemen aan een tweedaagse schokstaking in november '68, ook al dreigt het Fakulteitenkonvent met uitsluiting van alle kringen die weigeren aan de staking deel te nemen.
Wina stond toen, in '68-'69, onder leiding van Noël Martens die tijdens de praesidiumverkiezingen een uiterst nipte overwinning had behaald op Hendrik Van de Voorde (174 stemmen tegen 171 in een tweede stemronde). Intussen was het fakulteitenkonvent uit elkaar gevallen en de rol van het konvent werd overgenomen door de ASR (Algemene Studenten Raad). De studenten kregen geleidelijk, samen met het wetenschappelijk personeel, meer "inspraak". Ze mochten een afvaardiging sturen naar de fakulteitsraad, maar ze hadden geen stemrecht.
Het kringleven ging intussen ongestoord verder. Naast het Kalidowinaatje, dat nog steeds bij Acco werd gedrukt en voor directe informatie moest zorgen, riep Noël Martens een grotere broer in het leven: Kalidowina, een ingebonden luxueus tijdschrift, waarvan de inhoud vrijwel uitsluitend uit wetenschappelijke artikels bestond. Ook het monitoraat Wetenschappen ging dat jaar van start, onder leiding van professor L. Verhaegen, later opgevolgd door prof. R. Boving. Deze oprichting was enerzijds het gevolg van de grote toevloed van studenten naar de universiteit en anderzijds van de goede reputatie van het monitoraat in de Humane Wetenschappen.
Het konflikt met de oud-studenten werd echter niet bijgelegd; integendeel, het groeide naar een klimax, waarbij iedereen iedereen van vanalles en nog wat beschuldigde in felle en harde bewoordingen. Kortom, de sfeer was totaal verziekt, wat uiteindelijk tot een definitieve breuk leidde.
In '69-'70, met Jos Peeters, kende de eerste uitgave van de meirondjes bij de weinig sportief geachte Wina-studenten een daverend succes. Dit is een traditie geworden die nog steeds voortgezet wordt, al daalt de interesse van jaar tot jaar.
De eerste val
En dan komt het jaar '70-'71 met als praeses Jef Masschelein. Dat jaar kan wel beschouwd worden als een dieptepunt in de Wina-historie. Nochtans was het allemaal zo slecht niet begonnen: de luxueuze Kalidowina werd vervangen door een meer aangepast (en minder duur) "Eigentijd", ingebonden en gedrukt bij Acco, met naast wetenschappelijke artikels, die soms zelfs in het Engels waren, ook enkele studentikoze teksten. De redaktie was in handen van 6 mensen, waaronder... Paul Verstraelen, die allen hun artikels onderschreven met de naam "Oscar". En op 8 oktober 1970 werd de nieuwe bar in de Schapenstraat 30 geopend. Ook het huis in het Groot Begijnhof 30 was nog steeds in gebruik. Maar van in het begin deden er zich ook moeilijkheden voor. De praeses, een idealist maar pover organisator, had september en hij kreeg bovendien weinig of geen medewerking van de studenten uit 2de lic., mede omwille van zijn merkwaardige morele opvattingen en (nogal) linkse politieke ideeën. Zo lezen we in het editoriaaltje van de eerste Eigentijd dat het "deiningverwekkend, geëngageerd en krities" moest zijn en "een progressieve koers" moest varen.
Kwam daar nog bij dat hij tot de merkwaardigste daden in staat was: zo heeft hij het gepresteerd om 's avonds om 11u naar het huis in het Groot Begijnhof te telefoneren (zelf zat hij op kot in de Schapenstraat) dat er een bom zou ontploffen, wat door de bewoners au sérieux werd genomen, met als resultaat politie, ontruiming, ontmijningsdienst, etc; hij had trouwens een stevig stuk kaas gegeten van techniek en slaagde er bijvoorbeeld in om urenlange telefoongesprekken te voeren op kosten van de buren.
De moeilijkheden kulmineerden in de barkatastrofe: wekenlang stond de bar open, meer dan 10 000 BEF verdween uit de kas, er was geld in omloop waar niemand iets van wist.
Uiteindelijk greep de beheerraad van Wina vzw in, rijkelijk laat trouwens. Deze beheerraad, die ook oud-studenten bevatte en de uiteindelijke financiële verantwoordelijkheid droeg, slaagde erin de toestand min of meer terug onder kontrole te krijgen en te saneren. Op 24 mei besloot ze, gedwongen door de financiële moeilijkheden, het huis in de Schapenstraat niet langer te huren en op precies dezelfde dag liet de unief weten dat het huis in het Begijnhof ontruimd moest worden wegens onbetamelijk gedrag. Wina was failliet!
WinaL
Het gevolg van dit alles was dat Wina met een slechte naam, maar zonder één rosse frank op straat stond. De oud-studenten dwongen het nieuwe praesidium, met Jan Colpaert als praeses, ertoe de Wina vzw te ontbinden en een nieuwe vzw, WinaL, op te richten. De statuten van de nieuwe vzw werden zodanig opgesteld dat een herhaling van de dramatische gebeurtenissen van vorig jaar onmogelijk werd gemaakt. De erfenis woog echter zwaar op de bewegingsvrijheid van het nieuwe praesidium: de andere kringen stelden zich argwanend op t.o.v. de "nieuwe" kring en de unief keek met argusogen toe op het doen en laten van het praesidium. Toch slaagde men erin WinaL een nieuw élan te geven: Eigentijd ging zijn tweede jaargang in en de bar in de Schapenstraat werd omgedoopt tot Naükabar en werd voortaan uitgebaat door WinaL, Chemika, Bios en Geologie samen. Ook de gewone aktiviteiten kwamen weer op gang: er vond zelfs een veertiendaagse reis naar de USA plaats. Ook op studiegebied veranderde er in '71-'72 't één en 't ander: de informatika werd ingevoerd (niet als richting natuurlijk, wel als vak)), in de wiskunde werd met de 3 W's van wal gestoken (toen nog in 2de kan) en in Kortrijk startte men met een 1e kan Wis- en Natuurkunde.
Toch schortte er iets met WinaL. De nieuwe kring was veeleer een struktuur dan een echte kring en bovendien verliep het jaar zonder dat er praesidiumverkiezingen werden gehouden.
En Weer Wina
In september '72 kwam er dan toch een groepje mensen naar Leuven om te zoeken naar een goede nieuwe koers. Een dynamisch duo, Herman Belis en Rop Tuytelaers, richtte tenslotte begin oktober verkiezingen in en ze werden derhalve verkozen. Hun doel was de kring volledig te herdenken en te reorganiseren. Zij moesten Wina weer vanaf de grond af opbouwen en zonder geld een werking proberen op te starten. Met het verleden wou men echter definitief schoon schip maken. Zo werd de vzw opgedoekt, zodat WinaL weer Wina werd. Dit gebeurde trouwens op een nogal onorthodoxe wijze, zodat men 31(!) jaar later nog een brief van het ministerie van financiën ontving, waarin het ministerie zich afvroeg hoe het nu eigenlijk zat met die vzw. Daarnaast werd de medewerking met de Naükabar opgezegd, de luxueuze tijdschriften werden overboord gegooid, zodat de samenwerking met de V.W.N.L. op een laag pitje kwam te staan. Men startte daarentegen met een nieuw gestencild tijdschriftje, dat veel dichter bij de Wina-student wou staan en de ons welbekende naam Newtonneke meekreeg.
Voorts werd er naar een nieuwe huisvesting voor de kringwerking gezocht. Men had daarbij een lokaaltje op de kampus op het oog, maar werd zolang door de akademische overheid van het kastje naar de muur gestuurd dat men in extremis een klein lokaaltje op Terbank (00.39) moest nemen: het kreeg de naam "Winacenter" en de administratie en de kursusdienst zouden daar drie jaar gevestigd blijven. Na ellenlange diskussies en een praesidiumvergadering van ruim zes uur werd ook besloten een eigen (derdehands) stencilmachine te kopen; dit initiatief wierp al vlug zijn (financiële) vruchten af.
Wina had nu duidelijk terug de goede koers gevonden. In '73-'74 zorgen Paul De Meulenaer en Jacques Joris voor een bescheiden viering van "10 jaar Wina" en bouwden gestadig verder aan de opgang van Wina.
Het jaar daarop startten Marc Vercauteren en Bart Demoen met de samenwerking met studentenhome Terbank om de bar uit te baten zodat Wina terug over een bar beschikte. Halfweg dat jaar wist men een zestal lokalen in de kelders van Terbank op de kop te tikken.
Wina, dat zich tot dan toe vrij afzijdig had getoond, begon zich ook te mengen in sociaal-politieke aangelegenheden: de "boerenhulp", een actie waarbij de studenten de lessen schorsten en op de velden gingen helpen om de schade van overvloedige regens en vroege vorst zoveel mogelijk te beperken, en de mars op Brussel. In beide aktiviteiten had praeses Marc Vercauteren een belangrijk aandeel en speelde hij een leidende rol in de Leuvense studentenbeweging. Daarnaast knoopte hij ook betrekkingen aan met de "Leidsche Flesch", de studentenvereniging van de universiteit van Leiden.
In het jaar '75-'76, het jaar van Jaak Palmans, werden de zes kelders van Terbank degelijk ingericht en veelvuldig gebruikt, niet alleen als druk- en verkoopruimte van kursussen, maar ook als ontspanningsruimte (er waren een aantal gezelschapsspelletjes en een pak strips aanwezig) en ontmoetingsplaats. Er werden bijvoorbeeld ook kontaktmaaltijden georganiseerd. Intussen werd het kontrakt met Terbank voor drie jaar verlengd. De kursusdienst nam een hoge vlucht, mede omdat er een nieuwe IBM-typemachine werd gekocht en op het einde van het jaar ook nog een stencilmachine (en dit keer een nieuwe!). Dit alles had tot gevolg dat Wina ook kursussen van o.a. Landbouw en Chemica ging drukken. Er kwam ook een wekelijks blaadje uit, de "Winafoon", voorloper van de "Winagenda". Het Newtonneke verscheen intussen veertiendaags en op het einde van het jaar verscheen een jaaroverzicht waarin Jaak een eerste poging ondernam om de geschiedenis van Wina te achterhalen. Op sportief gebied werd er, naast de meirondjes en de ontluikende massasportmanifestaties, ook van start gegaan met het proffenvoetbal.
Sociaal en politiek was het ook bij Wina een bijzonder woelig jaar: nadat op 21 november een eerste nationale betoging in Brussel tegen de plannen De Croo - Humblet (i.v.m. besnoeiingen in het (universitair) onderwijs) plaats had, wordt op 1 december, nadat het praesidium was teruggekeerd uit Cambridge, in een algemene vergadering van Wina met 286 aanwezigen besloten om tot een staking over te gaan, die 4 dagen zal aanslepen met de steun van het personeel van de K.U.L.. Later in december volgden nog twee betogingen in Brussel met telkens een ruime Wina-delegatie.
Wat je ook mag denken van al die stakingen en betogingen, je kan er niet naast kijken dat Wina, dat 5 jaar voordien nog een hopeloze ruïe was, intussen leefde in een soort hoogkonjunktuur en uitgegroeid was tot één van de best georganiseerde Leuvense kringen. Jaak en zijn mensen behielden immers een goed evenwicht tussen reëel kontakt met de leden (via een levendige werking en bewustmaking) en een voortreffelijke strukturele werking.
Met Christoffel Waelkens aan het roer in '76-'77 werd de ingeslagen koers voortgezet. We signaleren bijvoorbeeld het optreden van Willem Vermandere op een zeer geslaagd kerstfeest in de Salons Georges. Maar daarnaast werd er door de studenten ook een programmaverzwaring goedgekeurd, die samen met de programmawijzigingen van het jaar voordien en de vervanging van een docent tot een reële verzwaring van 2de kan zou leiden.
Eën van de voorstanders van deze voorstellen was Jef Geboers, praeses '77-'78, die ook poogde een degelijke administratie en een archief op poten te zetten (waarin hij trouwens jammerlijk is mislukt; tenminste, zijn pogingen kregen tot een tijdje geleden geen navolging). De kursusdienst bloeide welig (400 000 à 450 000 bladzijden), het kontrakt met Terbank werd voor 5 jaar verlengd (het zou trouwens zijn termijn niet volmaken) en de betrekkingen met de Leidsche Flesch, de studentenvereniging van Leiden, werden weer aangehaald.
De Zenuwinzinking en de Revalidatie
De inspanningen van Jef en zijn praesidium werden echter grotendeels teniet gedaan onder zijn opvolger, Erik De Munck, een harde werker die zich ten volle inzette in de "aktie van de tienduizend" (dat jaar werden de inschrijvingsgelden opgetrokken tot 10 000 BEF) en de centrale aktiviteiten van Wina, maar, mede door een gebrek aan medewerkers de administratieve en financiële kant van het werk verwaarloosde.
Na een woelige algemene vergadering werd Jan Sempels verkozen tot praeses voor '79-'80. En opnieuw zou men leren uit de fouten van de voorganger. De eerste vernieuwing was de verhuis van Terbank naar 't Cité met de bedoeling meer mensen te betrekken bij de werking door een meer centrale ligging. Daarnaast kregen de administratie (Wina moest het nieuwe jaar starten met een beginkapitaal dat gelijk was aan de (vage) belofte dat er nog 30 000 BEF zou komen) en de kursusdienst een serieuze aanpak. Ook op het punt van de studentenvertegenwoordiging werd een nieuwe start genomen: de Onderwijswerkgroep (OWG) zorgde voor geregeld overleg tussen de studentenvertegenwoordigers en nam ook zelf initiatieven, zoals enquêtes. Kulturele hoogtepunten waren het optreden van het Rotterdams Onafhankelijk Toneel, die Andy Warhol brachten in de Winakelder en van Pentaton.
Jan Sempels werd opgevolgd door Lambert Swillens, die de door zijn voorganger uitgestippelde lijn gewoon doortrok. De kursusdienst werd verder gereorganiseerd en de prijzen van de kursussen verlaagd. Dit was echter slechts mogelijk dankzij het verantwoorde financiële beleid van Jan en Lambert. Ook de onderwijswerking bereikte wellicht een hoogtepunt; zo was er begin maart een onderwijsnamiddag waar de resultaten van een jaar werking doorgespeeld werden aan alle belangstellenden (een 200-tal, waaronder William Van Laeken met een filmploeg van Panorama). Er waren ook een aantal succesrijke nieuwe initiatieven, zoals een kontaktavond in de eerste week van oktober en het uitroepen van de woensdagavond tot Winabar-avond. Een ander hoogtepunt was het optreden van de "Twie O's", die twee gesmaakte voorstellingen gaven van hun stuk "Dubbelloops" voor volle zalen in het Stuc. Daarna traden deze tweedekanners op in Antwerpen, tijdens een internationale studenten-theater-ontmoeting.
In '81-'82 nam Jan Goossenaerts de taak van praeses op zich. Naast de voortzetting van het beleid van de vorige jaren werd er tevens een nieuwe post gekreëerd, met name de beheerder die het geld op verantwoorde wijze moest doen rollen (of beletten dat het rolde). Een ander nieuw feit was de geboorte van de derde wereld-werking binnen Wina, met als doel steun aan Guatemala; er werd ca. 60 000 BEF verzameld, wat meer was dan verwacht. De OWG van zijn kant hield zich vooral bezig met de spreiding van de oefeningenexamens van 1ste kan (ontlasten van de maand mei) en de DUO- enquête (over de studiedruk in 1ste en 2de kan). Op sociaal vlak waren de grote uitschieters de Alma-akties, tegen de dreigende prijsverhogingen van de maaltijden; er werd gestaakt, betoogd en de Alma werd bezet; akties waaraan ook Wina aktief deelnam.
Informatica
Gedurende het volgende akademiejaar heeft Jan Roels aan het roer van Wina gestaan. De grootste verandering dat jaar voor Wina was vanzelfsprekend het ontstaan van de richting Informatika die, ingevolge de wet Coens i.v.m. het oprichten van nieuwe richtingen, door de akademische overheid dan maar aan de richting wiskunde werd vastgeplakt. Het feit dat er nu ineens 150 winezen meer waren, bracht nogal wat werk voor het praesidium en vooral voor de OWG, die nagenoeg al hun tijd en krachten spendeerden aan de programmawijzigingen in de drie richtingen. Toch was Wina niet tevreden met de manier waarop de nieuwe richting werd ingevoerd. Dat blijkt uit een protestbrief in de vorm van een overlijdensbericht van "de richting wiskunde en de pasgeboren richting informatika". Hierin uitte het praesidium de mening dat de specifieke doelstellingen van de informatika niet realiseerbaar zijn in de richting wiskunde en dat dientengevolge de inhoud van de vakken niet relevant is voor de informatici. Bovendien laakte men de lichtzinnigheid waarmee de richting werd ingevoerd: in één maand tijd was alles in kannen en kruiken, zonder echter de informatika-proffen, laat staan de studenten, te raadplegen. Deze protestbrief werd goedgekeurd op de algemene vergadering van 29 oktober 1982 door de 400 aanwezigen.
De naam Wina kon wel behouden worden, maar is sindsdien de afkorting van WIskunde, INformatika, NAtuurkunde. En terloops, een opvallende naam in de lijst van medewerkers van dat jaar is de huidige weerman Frank Deboosere.
Een jaar later, in '83-'84, staat Wina onder de leiding van Erik Eyckmans. Het jaar gaat blijkbaar voorbij zonder opvallende feiten, want zowel in de kelders van Wina, als in het archief van de centrale bib blijkt bitter weinig terug te vinden: juist geteld één newtonneke, geen Winagenda's, geen praesidiumverslagen, geen boekhouding, ... . Wel is het zo dat men ter gelegenheid van het 20- jarig bestaan van Wina een galabal organiseerde waarop alle oud- praesides werden uitgenodigd.
In '84-'85 wordt Peter Van Leemput Wina-praeses. Hoofddoel van het nieuwe praesidium is de kommunikatie tussen de Winees-met-de-pet en het praesidium te bevorderen en dit door sterk de nadruk te leggen op de jaarpraesidia. Het was overigens niet de eerste keer en zeer zeker niet de laatste keer dat het praesidium hieraan trachtte te werken. Ondanks het feit dat men hierin niet (volledig) slaagt (ook dat is niet de eerste of de laatste keer), kan het praesidium terugblikken op een behoorlijk, doch weinig spektakulair jaar. Dat jaar ook beslissen een aantal kringen de ASR (algemene studentenraad) te verlaten en een nieuwe overkoepelende organisatie te vormen, "KrUL" (kringunie Leuven), in hoofdzaak omdat zij de ASR te links vinden. Binnen Wina is men van mening dat de ASR zeker niet goed werkt en een 20-tal jaar achter de geschiedenis aanholt, maar dat de ASR niet van buiten uit, maar van binnenuit moet hervormd worden. Twee overkoepelende studentenorganisaties komen de studenten zeker niet ten goede omdat het de positie van de student gevoelig verzwakt. Wat de financiële kant van Wina betreft, boekte men een prima resultaat: op het einde van het jaar stond er 563 525 BEF op de Wina-rekening.
Dat dit ook niet ideaal is (investeringen zijn ook belangrijk) beseften Geert Triest en zijn ploeg ten overvloede. Zo werd begin januari beslist tot de aankoop van een BMX-computer. Dit kan echter geenszins de barslechte financiële resultaten verrechtvaardigen: niet minder dan 294 722 fr. verdwijnt van de rekening en dit zonder dat er spektakulaire akties plaatsvonden. Bovendien blijkt men een belangrijk deel van dit bedrag niet eens in de uitgaven terug te vinden. Sportief loopt het daarentegen prima: letterlijk, want op de 24-urenloop behaalt Wina een uitmuntende 5de plaats.
Voor Dirk Cavens (de Cav) is het desondanks duidelijk dat het met Wina zo niet meer verder kan. In een voor Wina ongekend grootse, spektakulaire en scherpe kampagne verslaat zijn team op overtuigende wijze de tegenploeg, die in grote lijnen een voortzetting was van het vorige praesidium. Meteen doen de informatici hun intreden op de Winagang, want inderdaad, de ploeg bestond, op enkele wiskundigen na, voor de overgrote meerderheid uit informatici. Kultureel gooit Wina in datzelfde jaar '86-'87 hoge ogen: nadat de Wina- groep "Dial7" op het interfakultair songfestival in de Manhattan een ruim verdiende 4de plaats behaald had, traden zij ook nog eens op samen met de Scabs, die door Wina naar Leuven werden gehaald. Toch zijn er ook enkele mindere kantjes aan de kringwerking: de kursusdienst bestelt een beetje te weelderig kursussen en mede daardoor zakt de Wina-rekening verder van 286 803 BEF tot 132 112 BEF; ruim 150 000 BEF verlies dus.
Saneringen
Het ligt dan ook voor de hand dat Staf Van den Hooff (de Staf) het beleid wil verder zetten, maar tegelijkertijd de financiële toestand saneren. Wat de financiën betreft lukte dit voorbeeldig (o.a. dankzij een bijzonder goed gelukte industriedag): op het einde van het akademiejaar was de rekening weer aangevuld tot 256 634 BEF. Voorts verbeterde Wina het resultaat van vorig jaar op het songfestival: ze werden derde en behaalden bovendien nog de prijs voor het beste verplichte nummer ("Satisfaction" van de Stones). Eigenlijk verdienden ze zelfs de eerste plaats, tenminste volgens de overgrote meerderheid van de bijna 3000 aanwezigen, waaronder een sterk bezette Wina-delegatie.
Positief zijn zeker ook de nieuwe impulsen die aan de Wina-bar werden gegeven: een Ierse avond, een Franse avond, een kafé-sporten-avond, enz.
Nochtans verliep niet alles zoals het hoorde: de kursusdienst draaide vierkant, het fotoboek liet tot het tweede semester op zich wachten (er waren een flink pak foto's verloren gegaan die dan uiteindelijk toch nog bij de drukker bleken te liggen) en de co-ordinatie met de jaren verliep stroef. Daar kwam dan nog bovenop dat de natuurkundigen, al 2 jaar volkomen afwezig in het praesidium, zich in een vergeethoekje gedrumd voelden en hoegenaamd niet tevreden waren met de werking van Wina en het praesidium in het bijzonder. Het kwam zelfs zover dat zij een eigen kringwerking begonnen op te starten.
En weer Verder
In '88-'89 was het de beurt aan Peter Lenaerts. Er wordt terug gestart (of toch een poging daartoe ondernomen) met het proffenvoetbal, er werd een computer aangekocht, ...
Johan Van Engeland begon in '89-'90 met een aktiviteit die ondertussen een traditie is geworden: het aperitiefkoncert. Hoewel het de eerste keer was dat zoiets georganiseerd werd, kende het toch meteen een groot succes. Op het Interfakultair Songfestival slaagde Wina erin de eerste plaats weg te kapen! Ook werd de draad van een andere traditie weer opgenomen: het Galabal der Wetenschappen kende een heropleving in de Salons Georges.
Het akademiejaar '90-'91 verdient zeker de term "aktief". Onder leiding van Peter Dequidt wordt onder andere gestart met een danskursus, er werd een printer gekocht en ook op onderwijsgebied werd er serieus werk geleverd. De Winagenda wordt in een nieuw kleedje gestoken (deze lay-out wordt hedentendage nog steeds gebezigd) (Update 2002: Layout Winagenda is dit jaar licht gewijzigd (overgang van MS-Word naar LaTeX)), er worden reizen ingericht naar de Verenigde Staten en naar Rusland, de jaarlijkse "industriedag" waar bedrijven zich komen voorstellen werd voor de eerste maal door het praesidium zelf ingericht, ... Wina neemt dat jaar ook deel aan de laatste echte massabetoging in Leuven, tegen het befaamde decreet Coens. Wat zeker ook de moeite van het vermelden waard is, zijn de vettige en deftige week, met o.a. een barokbar, een Breughelmaaltijd en een alkoholvrije kantus. Jammer genoeg was de financiële balans heel wat minder positief.
Kris Aerts (de Klink) neemt de fakkel over voor '91-'92. Ondanks het feit dat de praeses het eerste semester in Italië verbleef, zijn er toch heel wat goede initiatieven geweest. Zo wordt er ondermeer een speciale tapploeg opgericht die voor het werk op T.D.'s zorgt. Ook wordt er een tweede-kan-weekend ingericht, om de toekomstige licentie-studenten van de K.U.L.C.K. (Kortrijk) en het L.U.C. (Diepenbeek) al een beetje wegwijs te maken in Leuven. De kelder werd voller en voller: een faxtoestel kwam immers de rangen vervoegen. Wat de financiën betreft, was het echter minder rooskleurig.
Eindelijk een Moeder
En dan de grote primeur: Wina krijgt z'n eerste vrouwelijke praeses! Ann Belmans slaagt erin het saldo op de bankrekening weer wat op te krikken, maar ook op andere gebieden staat ze haar mannetje. Zo wordt er een poging ondernomen om het sociale aspekt van de kringwerking terug meer op de voorgrond te brengen en worden er na een aantal jaren weer "Gouden Krijtjes" uitgereikt voor de beste professoren. Het galabal kent een overdonderend succes, wat o.a. weerspiegeld wordt in het feit dat er geen sprake was van verlies (van winst ook niet, maar kom, we zijn niet kritisch).
Zo zijn we aan '93-'94 gekomen: Joeri De Leener was de dertigste praeses van Wina en alles liep op rolletjes. Zo werd o.m. de kursusdienst geïnformatiseerd. Een tegenslag was wel dat de Wina-bar gedurende het eerste semester onbruikbaar was, wegens een verplichte verhuizing (weg uit de WAAG). Er werd tijdelijk uitgeweken naar een alternatief (genaamd "Het Alternatief"). Later op het jaar zou de ons alombekende plaats "RC" onder Alma III dan de nieuwe thuishaven van Wina worden. De topper was ongetwijfeld de ouderdag: de ouders van de licentie-studenten kregen de gelegenheid enkele voordrachten en een heuse kantus bij te wonen, wat algemeen goed onthaald werd... dit zou een tweejaarlijkse traditie worden.
Joeri werd opgevolgd door Jan Cami. Een indrukwekkend figuur, een erg goed gevoel voor humor en een ongelooflijk goed senior op de cantussen. Opmerkelijk is dat Wina dat jaar met een vrij kleine ploeg werkte, slechts 23 mensen maakten deel uit van het praesidium. Wina organiseerde "Triple Rock" in de Lido waar 3 middelgrote studio-brussel-achtige groepjes kwamen spelen. Het draaide financieel niet zo goed uit, de kaarten waren misschien iets te duur en de opkomst viel (misschien daardoor ?) tegen. Ook het galabal had een zwaar financieel prijskaartje achtergelaten, maar het was geenszins een catastrofe. Een goed praesidium lijkt mij, met een zeer goed georganiseerde cursusdienst en eerstejaarswerking, en met een prima opkomst op fuiven, cantussen en doop, wat wil je nog meer ? Wina's openingsfuif, de Musti- TD in de Lido was legendarisch.
Het jaar erna stelde Tom Baeyens zich al vrij vroeg op het jaar kandidaat om praeses te worden. Vrij opmerkelijk is het feit dat hijzelf, en iedereen van zijn ploeg op een enkele persoon na, geen enkele presidiumervaring had. Hun ploeg heette "Straffe Koffie". Na een goeie anderhalve maand werd er vanuit het toenmalige praesidium dan toch een tegenploeg opgericht, "Twee gratis vaten (TGV)" met Pascal Borremans als praeses. De campagne was bikkelhard en op het scherp van de snee, en werd uiteindelijk met 66 % gewonnen door TGV. Een campagne met twee verkiesbare ploegen geeft zoals gewoonlijk een hechte groepssfeer, en Wina draaide dat jaar zeer goed. Het praeses-kot op de Winagang werd ingericht tot secretariaat met computer, want de praeses zelf sliep er toch nooit, en de ouderdag werd voor de tweede maal georganiseerd. De cursusdienst werd met barcodes geautomatiseerd, we hadden lidkaarten met streepjescodes die zelfs op fuiven met een laptop gescand werden, zodat nadien de opkomst per jaar kon geanaliseerd worden. Het Galabal ging door in de Silo (aka FOOD) omdat het presidium het barcode programma aan de toenmalige uitbater hadden verpatst, en in ruil daarvoor kreeg Wina die sjieke en dure zaal gratis.
In '95-'96 was aanvankelijk Walter Lecossois kandidaat praeses maar uiteindelijk was het Roby Roels die een volledige ploeg bijeenkreeg, en zo werd Roby praeses. Onder zijn mandaat werd de beheerraad opgericht, die moest toezien op het werkingsbudget van een presidium, en om te voorkomen dat het verleden zich nogmaals zou herhalen. Roby schonk zichzelf een thesisjaar om praeses van Wina te kunnen zijn , en stak er dan ook veel tijd in. De huisvestingproblematiek duikt weer op: er doen via Sociale raad geruchten de ronde dat Wina wel eens in de zeer nabije toekomst van Arenberg weg zou vliegen. Er wordt besloten een spaarpotje aan te leggen om eventueel altijd een tijdje een huis te kunnen kopen of huren. Dit heeft echter geen invloed op de werking van Wina. De studierichtingen Aanvullende Opleiding Informatica en Aanvullende Opleiding Toegepaste Informatica, oor voor veel zaken al afhankelijk waren van Wina (cursussen e.d.) treden officieel toe tot Wina. Hiermee verdween Dali, de kring die in de jaren '70 werd opgericht voor de aanvullende licentie Informatica. Dit wegens de grote verwantschap met de richting Informatica
Tom Aernouts, met vele jaren praesidiumervaring, werd in '96-'97 praeses na een lange uitputtende campagne tussen twee ploegen, 'Proxima Centauri' en 'Knal' die door Knal verpletterend gewonnen werd met 79%. Voor de derde keer werd een ouderdag georganiseerd. Wina organiseert een reisweek in de lesvrije week (hoera unief, dank u), waar een 20-tal Winezen aan deelnamen. Dit was een groot succes in vergelijking met enkele jaren tevoren toen er slechts 3 mensen interesse betoonden. De financiele opbrengst van de Industriedag wordt elk jaar beter en Wina maakt ieder jaar voldoende winst.
Na waarschijnlijk de spannendste praesidiumverkiezingen ooit, met als kandidaat- praesessen Willy Duchatelet (McSie) en Anneke Neefs (Petrol), die gewonnen werd door Petrol met - hou u vast - 51% van de stemmen (o ja er was nog 4% blanko), werd Anneke Neefs de tweede vrouwelijke praeses van Wina. Met haar fanatieke gedrevenheid om alles juist te doen is heeft zij haar taak mooi volbracht. Op het vlak van activiteiten loopt alles gesmeerd, en het presidium was opmerkelijk meer dan een groep mensen die samen werkten. Een legendarische cocktailavond met Stripteaseuze en Stripper in Wina's Vette Week (er was ook nog een Nette) legt de ware aard van de gemiddelde Winees bloot.
Het jaar 2000 in
Stefan Lesschaeve werd de 37ste preses van Wina na weerom een campagne met 2 ploegen, Katapult en Katamaran. Als uiterst gematigde preses met een soort van humor dat je met de dag meer gaat apprecieren, verliepen de meeste dingen naar wens. Stefan leidde Wina prima het jaar 2000 in, met een grotendeels "oude zakken" presidium. Het werd ook het jaar dat de semex (ocharme presidiumwerking) goedgekeurd werd.
Het was wel duidelijk dat het stilaan tijd voor nieuw bloed aan 't worden was, en daar zorgt Pikant met als preses Bert Van Roie voor in 2000-2001. Met een monsterscore van 92.5% werd deze ploeg overduidelijk verkozen. Het volgende jaar zijn er terug twee ploegen; na een uitermate spannende verkiezingsstrijd tussen SiRiUS en Ace wint uiteindelijk SiRiUS met 57.7% van de stemmen (2.3% onthoudingen). Onder leiding van Evi Daems ging deze ploeg het eerste jaar met het semesterexamensysteem tegemoet.
In 2002-2003 werd Wouter Van Humbeeck de 40ste preses van Wina. Met (maar) 61% van de stemmen werd de ploeg IMPACT verkozen, zoals te verwachten als er maar 1 serieuze ploeg is was de opkomst niet zo groot (182 geldige stemmen). Wel waren er 2 lolploegen: Miss (lolpreses: Wannes Geysen) en Serious (preses: Bert Van Roie). Geen van beide haalde de vereiste 50%, maar vlak na de verkiezingsuitslag besloten ze zich te verenigen onder de naam Mysterious, om alsnog verkozen te worden tot lolpresidium.
Het presidium van 2003-2004 werd Radius, met als preses Stijn Bormans. De onderwijswerkgroep voelde de nood om met de oprichting van een facultaire POC zich uit te breiden met alle wetenschapsrichtingen en zo zag OOR (de Overkoepelende onderwijsraad) het licht. In de nasleep van de oprichting van een overkoepelende onderwijsstructuur, werd er ook een overkoepelende kringstructuur Scientica opgericht met als doel de reeds gezamenlijke activeiten beter te kunnen organiseren en eventuele nieuwe activiteiten te organiseren. Zo werd er een eerste wetenschaps-TD georganiseerd. Op studentikoos vlak maakte vice en senior Tim Wouters een replica van het lang verdwenen winaschild.
De ploeg van het jaar daarop was Beet! Na een campagne met als hoogtepunt een muziekfestival werden ze verkozen met 79.8% en werd Koen Schepers de 42e wina-preses. Het presidium van het eerste jaar dat de bachelor-master-structuur werd ingevoerd was een jonge, onervaren ploeg. Ondanks dat het feit dat de preses halverwege het jaar onslag nam vanwege het niet combineerbaar zijn met de 1e licentie informatica, werd het een goed jaar voor Wina. Het muziekfestival Beetfest 2, opvolger van de campagne-activiteit, was muzikaal een succes, hoewel de opkomst tegen viel. De senior van dat jaar, Jan Pellegrims, was er voor verantwoordelijk dat cantussen tot ver in het tweede semester waren uitverkocht. De oud-presidiumcantus (in het RC) was legendarisch, en de allerlaatste cantus in onze geliefde zaal de Bierstübe lokte een bomvolle zaal, ondanks het feit dat door een proefexamen lineaire algebra er maar 5 schachten waren. Helaas werd er door onwil van de burgies dat jaar geen zesde editie van de Heverleese massacantus meer georganiseerd.
De vice-preses, Steven Sciffy Vanbriel, kreeg de smaak te pakken en besloot om in 2005-06 zelf preses te worden met als ploeg Sp!ts. De ploeg was grotendeels een voortzetting van het vorige presidium. Traditioneel werd de tweejaarlijkse ouderdag terug georganiseerd, en voor het eerst in jaren kreeg Wina weer een echte winaweek: de maffiaweek.
In 2006-2007 was de ploeg Aurora aan de beurt, met de 4e vrouwelijke preses, Annelies Schraepen aan het hoofd. Onder haar leiding werd Wina eindelijk (terug) een vzw – Wina Leuven vzw. Verder werden er “preseskwartiertjes” ingevoerd, waarop alle presidiumleden individueel op gesprek konden komen met het presesduo om hun hart te luchten. Wina was dit jaar ook competitief en won het Interfacultair Songfestival met het Wina-bandje Skybluepink, verder wonnen onze leden ook de eerste editie van het ludiek sport-evenement “Fata Sportana” (tegen VTK, LBK, en Apolloon!). De Wina-vrouwen wonnen dit jaar ook de interfacultaire beker in het zaalvoetbal (de eerste keer in een rijtje overwinningen!). Met de andere wetenschapskringen samen werd opnieuw leven geblazen in een massacantus, in de vorm van een wetenschapscantus; ook werd met Scientica een “maand van de wetenschap” georganiseerd.
In 2007-2008 werd Thijs Dhollander de nieuwe preses van Wina, met zijn ploeg Squadra. Met een ambitieus herstructureringsplan werd het presidium in twee delen gesplitst: een klein deel was het kernpresidium, en de rest werd medewerkers; het doel was om de grootte van het presidium (dat in de loop van de jaren enkel maar groeide) te behouden maar alsnog de vergaderingen (met vooral kernpresidium) leefbaar te houden.
Dit jaar werd ook de “toffe prof” lidkaart gelanceerd, bedoeld om de proffen meer te betrekken bij Wina. Om alle leden ook meer te betrekken bij onderwijszaken werd door OWG onder leiding van Steven Waelbers de eerste van vele succesvolle “Plan Achterban” samenkomsten georganiseerd. Hier komen alle studenten samen om onderwijszaken te bespreken en pijnpunten door te geven aan de vertegenwoordigers in de POC en andere raden.
Ondanks een budget dat beperkt was door de afwezigheid van een bedrijvendag – dit was immers het jaar tussen het afstuderen van de laatste generatie 4-jarige licenciaten en de eerste afstuderende 5-jarige Masters – werd er toch nog in geslaagd om een aantal zeer succesvolle activiteiten te organiseren. Een dubbel-TD samen met NFK (filosofie) werd de eerste winstmakende TD die Wina in jaren had gekend. Ook dit jaar werd na enkele jaren afwezigheid opnieuw een zeer succesvol Wina-festival georganiseerd in de Blauwe Kater: Squadrock. Verder stampte een klein groepje enthousiastelingen een toneelgroepje uit de grond en begon een traditie om als enige niet-humane kring mee te doen aan het Interfacultair Theaterfestival. Helaas moest de Winabar uit het RC onder Alma 3 vertrekken (deze ruimte werd helemaal omgebouwd), maar gelukkig kon Wina terecht in de gloednieuwe 103 dat overdag een broodjesbar is (onder Alma 3, maar deze keer wel niet in een kelder zoals het RC). Na een kleine fase van onwennigheid na verandering werd deze nieuwe Winabar het nieuwe thuis voor alle dorstige leden op woensdagavonden.
De ploeg van 2008-2009 was Supernova, onder leiding van de 45e Wina-preses Daniel Mayerson – de eerste fysica-preses in vele jaren. Samen met zijn vice, Inge Verbeek, en hun ploeg zorgde hij ervoor dat er vernieuwende activiteiten aan de leden werden voorgeschoteld . Een ereledendiner werd ingevoerd om de ereleden van Wina jaarlijks extra in de bloemetjes te zetten. Naast opnieuw een succesvolle editie van het Wina festival, Squadrock, en weer een succesvolle NFK dubbel-TD, werd er ook voor het eerst een heuse speeddate georganiseerd met de dames van KLA (logopedie en audiologie).
Omdat het toch het saffieren lustrum (45 jaar) van Wina was, werd er een alumnidiner georganiseerd met bijhorende fototentoonstelling van oude foto's en documenten die uit het studentenarchief in de universiteitsbibliotheek kwamen. Ook werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om een landelijke Winacantus te hosten met alle Wina (gerelateerde) kringen van het land.
De samenwerking tussen de wetenschapskringen werd dit jaar tot een nieuw hoogtepunt getrokken door de oprichting van een Scientica-cursusdienst. Na heel wat gelobby bij de faculteit (met o.a. dank aan de vice-preses van het jaar voordien, Arne Smeets), werd er op de campus een lokaal hiervoor vrijgemaakt; vanaf nu konden alle wetenschapsstudenten hun cursussen ophalen in 200L. Deze nieuwe CuDi had langere openingstijden en scherpere prijzen dan de kringen elk afzonderlijk zouden kunnen aanbieden aan hun leden.
De nieuwe CuDi betekende wel een plots ongebruikte kelder onder de Winagang. Deze werd omgedoopt tot de “Wina living” met o.a. zetels, spelletjes, en een frigo aanwezig zodat alle leden die wilden daar konden komen relaxen. De presidiumvergaderingen werden vanaf dan ook daar gehouden.
Ook aan de interne werking van het presidium werd gewerkt, door de oprichting van een werkgroep “interne kwaliteitszorg” (IKZ). De belangrijkste verwezenlijking hiervan is de oprichting van de documentatie-wiki. Op deze docuwiki werd voortaan op gestructureerde wijze alle nuttige informatie bijgehouden o.a. over het organiseren van activiteiten, zoals voorbeeld-draaiboeken en evaluaties van voorgaande edities.
2009-2010 werd het jaar van Flux, met 48 leden de grootste ploeg tot op heden. Wie een grote ploeg heeft, moet zorgen dat de ploegleden voelde werk om handen heeft. Preses Mattia Walschaers, de tweede in een lange dynastie van fysica-presides, en vice-preses Jorien van den Bergh hadden er alvast de handen mee vol. Omwille van de omvang van de ploeg, was er meer dan ooit nood aan efficiëntie. Het werd een jaar van heel wat werkgroepen en enkele structurele veranderingen.
De werkgroep IKZ had een zware kolf aan de implementatie van het campagnepunt “onderwijs en presidium”. Flux beloofde om de onderwijswerking van Wina weer dichter bij het presidum te brengen, in de vorm van een post “onderwijs”. De persoon die deze eenmanspost bekleedde zou functioneren als een liaison, die betrokken was bij de onderwijsvertegenwoordiging, maar ook bij de dagelijkse werking van Wina. In maart 2010 werd uiteindelijk het vernieuwde huishoudelijk reglement goedgekeurd. Verder werkte de werkgroep IKZ ook een plan uit om de presidiumvergadering en de RvB van de vzw samen te voegen, de uitwerking hiervan zou echter voor de volgende ploeg zijn.
Met de Sletjes-en-Janetjes TD, samen met KLA, bleek een schot in de roos. Daarnaast verstevigde Wina ook dit jaar haar naam als “cantuskring” met enkele zeer druk bezochte cantussen en een rijk arsenaal aan gezongen liederen. Ook enkele gevestigde waarden passeerden voor de laatste keer de revue. Zo waren er de laatste edities van de 70-80-90 TD met NFK en Squadrock. Het wina-festival was succesvol qua opkomst en groepen (headliner Willow is ondertussen tot buiten België bekend), maar de hoeveelheden werk en de kosten liepen uiteindelijk zeer hoog op voor een enkele activiteit. Wina besteedde ook veel aandacht aan externe vertegenwoordiging, zo waren we een vaak gehoorde en gewaardeerde stem op de LOKO-AV en waren de relatie met de andere Scientica kringen zeer goed. Verder haalden we de kranten met een eigen naaktkalender en namen we deel aan een nationale brouwwedstrijd met een eigen Wina-bier, gebrouwen in de keuken van de Winagang. Als kers op de taart, werd het jaar afgesloten met een overwinning in de IFB zaalvoetbal.
In 2010-2011, komt met Wave preses Vincent Van Eylen -alweer een fysicus- aan het roer, bijgestaan door eerste stuurman Christophe Bogaert. In tegenstelling tot wat men zou vermoeden, surft Wave niet meer mee op de golf van structurele vernieuwingen die de voorbije jaren kenmerkten. Aan het begin van het werkingsjaar worden de statuten veranderd zodat de Presidiumvergadering en de RvB voortaan één en hetzelfde zijn. Als het van de preses afhangt, was dit ook de laatste keer dat er aan deze structuur gesleuteld werd. Wel wordt aan het begin van het tweede semester de begroting geëvalueerd en hier en daar bijgesteld om zo financieel wat korter op de bal te spelen, iets wat ook in de komende jaren gebruikelijker zal worden.
Op vlak van activiteiten wordt ook dit jaar duidelijk dat de cantussen waanzinnig populair zijn. De kalender bestaat grotendeels uit grote klassiekers en creatieve kleinere activiteiten. Het valt ook op dat de bars steevast knallers zijn en dat de onze Winabar stilaan populair wordt voor after-parties.
Ondanks al het moois, wordt een groot deel van het jaar ook gekenmerkt door een harde strijd tussen de studenten en de faculteit wetenschappen. De inzet? Een hertekende semesterindeling voor studenten wiskunde en fysica, met als voornaamste strijdpunt de invoering van twee extra examenperiodes. De studentenfractie noemt dit plan “het vier-blokken-systeem”, maar uiteindelijk zal het enkele jaren later bekend worden als “OASE”. Ook de nationale pers, volgt met veel interesse de ontwikkelingen en polariseert de discussie nog verder. Samen met de faculteit wordt een infosessie georganiseerd die meer dan 200 studenten lokt, later volgt een bevraging van de studenten. Het resultaat: de studenten zien het probleem van inefficiënte tijdsbesteding, maar zijn uitgesproken tegenstander van de voorgestelde vier examenperiodes. Na een eindeloze discussie, halen de studenten een slag thuis en verdwijnen de “vier-blokken” uit het voorstel. Gezien de probleemstelling wel erkent wordt door de studenten, zullen er ook in de volgende jaren vernieuwde voorstellen tot hervorming op tafel komen.
De Auteurs van deze tekst
Erwin Teunkens, met veel dank aan Frank Waegemans
Veel dank aan Soggie die deze tekst oorspronkelijk onderhield.
Geschiedenis van '93-'00 door Jeroen Ost en Anneke Neefs. Toevoegingen van 2001 en 2002 door Jon Sneyers. Toevoegingen van 2003 tot 2006 door Bas Kemper. Extra toevoegingen van 2007 tot 2011 door Tim Wouters